Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Zoeken

Wandeling Ulicoten - 10 november 2024
De 2024 sluitingsrit voor de weg was weer een gezellig evenement met een grote opkomst.
Gravelweekend 5/tm 7 mei 2023
Met 14 leden van onze vereniging hebben we onze bijdrage aan het behoud van het gebied weer geleverd.
30 november 2024 - De Schuttel Esbeek
Gravel meerdaagse onderweg in de Girona. Nadat ze al in Eiffel en aan de Opaalkust aktief zijn geweest
Tweedaagse - 25 en 26 mei 2024
Deelnemers openingsrit ATB seizoen oktober 2024

Kalender

december   2024
M D W D V Z Z
            1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31          
Door:Leon de la Bije en Toon Verdaasdonk
Foto's: Joost Mutsaers

 
Maandag, 3 November 2014
 

Een maandagavond in november ...
In de stromende regen gaan we op pad naar de Hoge Wal in Goirle. We hebben een afspraak met WTC de Hellen-lid Joost Mutsaers om deze jongeheer eens duchtig aan de tand te voelen, zodat alle Hellenrijders enigszins een beeld krijgen naast wie ze nu eigenlijk fietsen.
Volgens verwachting worden we zeer gastvrij ontvangen met heerlijke Bossche bolletjes (uit Goirle) en koffie. Aangekomen in de werkkamer, waar de fietsen en frames ons vriendelijk gedag lijken te zeggen, voelen beide interviewers zich meteen op hun gemak.

Joost Mutsears
Joost begint gelijk enthousiast te vertellen en gaandeweg zijn al enkele vragen beantwoord zonder dat Toon ze nog maar gesteld heeft.
Aan de hand van onze vragen zijn we dan ook maar snel ingehaakt en hebben het interview een beetje proberen te sturen.
Joost is een gemakkelijke prater en de gesprekken waren interessant en deels verrassend. We hebben ons bezoek aan Joost als zeer gezellig ervaren..

 

Vraag één van een ‘Hellen-interview’ is de meest voor de hand liggende:
“Stel jezelf eens voor.”:
Joost is 48 jaar oud, opgegroeid in de Vogeltjesbuurt in Tilburg. Hij is de jongste uit een gezin van 5 kinderen, getrouwd met zijn vrouw Caroline en vader van 3 kinderen; Pien 15 jaar, Joost 13 jaar en Dieuwertje 11 jaar.
Uiteraard heeft Joost ook op school gezeten. Na de MTS werktuigbouwkunde heeft hij zijn schoolloopbaan vervolgd op de HTS waar hij ook werktuigbouwkunde gestudeerd heeft. Daarna heeft hij zich nog gespecialiseerd in ‘Kunststof techniek’.
Na zijn studie is Joost gaan werken bij LNP Plastics (tegenwoordig Sabic). Na 9 jaar begon het toch te kriebelen en maakte hij een overstap naar een ingenieurs bureau, genaamd ‘Tebodin’. Dit beviel hem niet zo goed en hij dacht dat hij dit veel beter zelf kon. Hij schreef zich in bij de KVK en startte “Technisch handels- en adviesbureau Mutsaers”. Na ongeveer twee jaar ging de economie flink achteruit en wilde Joost toch weer terug in loondienst gaan werken. Hij koos voor IFF Tilburg, afdeling Engineering. Mooie projecten uitgevoerd, maar na twee jaar kreeg hij ontslag. Via een outplacement traject, kwam het onderwijs naar voren.
De oudste van Joost ging net naar de basisschool en dat vond Joost geweldig. Hij wilde leraar basisonderwijs worden. Na 2,5 jaar zwoegen had hij zijn diploma. Tijdens de opleiding werkte Joost weer 4 dagen per week bij IFF. Na het behalen van zijn diploma, werd er een docent Procestechniek bij het ROC Tilburg gevraagd. Binnen drie dagen was het al rond. Sinds kort werkt hij 4 dagen bij een andere afdeling als docent werktuigbouwkunde. Die andere werkdag heeft Joost voor zijn familie, kinderen en zijn, uit de hand gelopen, hobby “carbon frames” gereserveerd. We merken al snel dat bij
Joost zijn gezin en familie op de eerste plaats komen en dat hij veel waarde hecht aan zijn gezin.

Gezondheid
Een vervelende ziekte speelt wel een rol in het leven van Joost.
Joost heeft Artritis psoriatica. Dat is een vorm van ontstekingsreuma.
In 2009 heeft hij zelfs een tijdje niet meer kunnen fietsen vanwege deze ziekte. Het is wel met zware medicijnen onder controle te krijgen maar als Joost de medicijnen gaat afbouwen merkt hij al weer snel dat de situatie verslechterd.
Ook dit jaar (2014) heeft Joost alleen in het voorseizoen actief kunnen fietsen en vanaf de zomervakantie het fietsen moeten minimaliseren, door het toenemen van de pijn. Hij kan nu maximaal 1 x per week de tweewieler berijden.

Hobby's
Joost importeert carbon frames uit China, waarvan er enkele in de kamer opgesteld staan. Een inmiddels behoorlijk uit de hand gelopen hobby.
Joost bouwt van deze frames complete fietsen onder zijn eigen naam en logo. Hij importeert de carbon frames uit China, laat frames onafhankelijk testen en zorgt voor tevreden klanten.
Joost heeft niet de ambitie extreem groot te worden, maar blijft het puur als hobby zien.
Ondertussen heeft Joost een lekker pilsje ingeschonken. Hierover pratende vertelt Joost ook Das een mooie mutszelf bier te brouwen wat hij geleerd heeft van zijn vader (echt een hobby van Joost die wij wel kunnen waarderen). Joost geeft aan dit graag een keer voor de evenementencommissie te willen organiseren.


Gezin
Graag willen we iets meer weten over de liefde. Hij vertelt over zijn eerste liefde Caroline uit Schoonhoven. Ze hebben elkaar ontmoet op de camping in Luxemburg. Joost fietste in die tijd geregeld naar Schoonhoven en al snel wisten beide dat het goed zat. In 1990 zijn ze getrouwd en na een tijd van veel reizen zijn de kinderen gekomen. Joost is dus volgend jaar 25 jaar getrouwd!!!

Nog meer hobby's
Uiteraard moet er ook tijd worden ingeruimd voor ontspanning en daarom willen wij graag wat meer weten over de sporten die Joost heeft beoefend en welke sport hij nog steeds beoefent.
Vroeger toen hij nog klein was heeft hij hockey en voetbal ‘geprobeerd’. Alleen werden deze sporten niet echt gestimuleerd door zijn ouders, waardoor dit niet echt een succes is geworden.
Toen zijn zoon is gaan voetballen bij VOAB is Joost wel nog trainer geweest wat hij als prettig heeft ervaren.
Vanaf zijn jeugd is hij al bezig met fietsen. Hij begon met een crossfietsje en op zijn 15e levensjaar kwam daar de eerste racefiets: een Superior van 600 gulden. Het hardrijden met de amateurs was iets te hoog gegrepen en het racefietsen werd puur gezien als hobby. Op zijn 20e heeft Joost zijn eerste fiets opgebouwd, een Diamant. In die tijd heeft hij veel met vrienden gefietst en de Mont Ventoux beklommen. Ook ging hij veel naar de Ardennen en fietste regelmatig de klassieker Luik-Bastenaken-Luik.
Tijdens de periode bij LNP Plastics heeft Joost een Op de fiets naar je werkligfiets gebouwd om het woon-werkverkeer te stimuleren. Deze 'Alleweder' mocht elke werknemer een weekje meenemen. Een groot succes.

 

 

 


Tijdens een survival weekend werd hij dol enthousiast van een mountainbike. Niet veel later kocht hij bij Rings zijn eerste MTB die hij nog steeds heeft.
Zijn eerste CARBON fiets was een Giant MCM 990 ook van Rings.
In 2000 heeft Joost iets minder aan sport gedaan en is toen wat meer met zijn kinderen opgetrokken.
Wielrennen, mountainbiken en tacxen zijn de sporten die Joost op dit moment nog beoefent. Als we vragen wat hij het leukste vindt, antwoordt Joost met: “Lekker met de MTB door de blubber en smerig thuis komen”.

Hoe kom je bij WTC de Hellen terecht?

Joost woonde destijds in de Gagel in de wijk de Hellen en zag de fietsers vaak voorbij komen, waardoor de club al bekend was.
In 2007, intussen verhuisd, vertelde buurman (3 deuren verder) Raymond Jansink dat hij maar eens lid moest worden van die gezellige club waarbij leuke ritten en gezelligheid de boventoon voeren. In 2009 is hij er een jaar tussenuit geweest i.v.m. zijn gezondheid.
Tijdens de clubritten, zoals Berg en Dal, voelt Joost zich als een vis in het water. Hij merkte ook dat het altijd erg gezellig is en dat een en ander altijd goed geregeld wordt wat hij enorm waardeert.

Clubman?
De volgende vraag is die of hij al van enige betekenis is geweest voor de vereniging. Nog niet, maar "bier brouwen als activiteit verzorgen!" wil Joost wel graag regelen. Ook wil hij wel een bijdrage leveren als sponsor, maar dat is helaas (nog) niet mogelijk.

Wat zijn de plus- en minpunten van de club?
Joost vindt een klein minpunt dat sommige leden niet goed in een groep kunnen rijden, wat vaker Joost Mutsears
voor gevaarlijke situaties zorgt.
De pluspunten zijn dat de toercommissie de ritten altijd goed organiseert en dat het mogelijk is om te reizen, zoals bijvoorbeeld de week naar de Vogezen.


Leuke voorvallen en valpartijen
Als we vragen naar zijn ervaringen met betrekking tot leuke voorvallen tijdens een rit hoeft Joost niet echt lang na te denken. "In Berg en Dal klom ik behoorlijk hard omhoog en zag alleen Raymond Jansink voor me en dacht: Zo slecht ben ik nog niet".

Ongelukken heeft Joost helaas wel meegemaakt. Tijdens een reis op en neer naar de Ardennen hadden Joost en een collega een "Twike" gehuurd en op de terugweg zijn ze ter hoogte van Valkenburg 3x over de kop gegaan met 60 km/h. Dit was een zeer zwaar ongeval maar beide mannen hebben het overleefd. Verder enkele kleine valpartijen waarvan vorig jaar nog in Riel tijdens een rit met de club, al was dit alleen imago schade.

De Twike is een driewielige auto voor twee personen

Sterke en zwakke punten?
Over zijn sterke en zwakke punten binnen de sport is Joost kort. Sterk: zijn techniek, minpunt is zijn gezondheid.

Klassementen
De klassementen van de Hellen vindt Joost geweldig en hij volgt ze elk jaar. Helaas kan hij geen gooi doen naar de titel vanwege zijn gezondheid, wel ziet hij beide klassementen als meerwaarde.

In de winter
De winteroverbrugging is voor Joost helder. MTB-en als de gezondheid het toelaat, onder de 5 graden op de Tacx trainen. Joost heeft er één met pc waarbij hij virtueel de Mont Ventoux en andere bergen kan beklimmen.

En verder?
Tussen sport en privé probeert Joost een positieve balans te vinden. Zijn vrouw en kinderen fietsen niet op een racefiets of MTB, maar wie weet gebeurt het wel als de kinderen ouder zijn. Wel is het duidelijk dat het fietsen op de 2e plek komt want Joost is een echt familie mens.

Als je 75 bent?
Als we het dan toch over toekomst hebben, stellen we de vraag: Hoe zie je jezelf als je 75 bent? "Oud en versleten", antwoordt Joost stellig, dus vooral nu genieten van wat nog mogelijk is en er alles uithalen wat nog mogelijk is. Nu bewust minder werken waardoor er meer vrijheid komt om nog lichamelijke activiteiten te doen. Joost hoopt dan nog te kunnen fietsen maar is bang dat de gezondheid dat niet toelaat.

Sport in de media
Wat de sport in de media betreft, volgt Joost alleen En dit is nu Joost in zijn elementwielrennen. Af en toe schaatsen, Ireen Wüst (Goirle). Heel af en toe gaat Joost met z'n broer naar Willem II en het Nederlands elftal kijken.

Nog meer hobby .. ¯
Dan komt de muzieksmaak ter sprake. De vader van Joost speelde vroeger dwarsfluit en die muzikaliteit heeft hij doorgegeven.
Joost speelt zelf op een Spaanse gitaar en heeft dit op zeer hoog niveau beoefend . Hij maakte Flamencomuziek en heeft zelfs les gehad van Maurice Leenaars. (voor de kenners!)
Ook heeft hij gedrumd en in verschillende bandjes gezeten zoals een cover band:
 “Famous when your d(e)ad”.

In een boerderij in Riel oefende deze formatie waaraan de boeren en de koeien veel plezier beleefden.
Ook de kinderen van Joost zijn muzikaal. Ze spelen piano, saxofoon en dwarsfluit. Zijn muziekkeuze is divers van klassiek tot aan hardrock.
Zijn favoriete bands zijn: U2, Coldplay maar ook Vivaldi. Kensington is de band die sinds kort niet alleen Nederland verrast maar ook Joost.

 

We sluiten het interview af met de vermelding dat we bij een zeer indrukwekkende man op bezoek waren.
Joost heeft ons toch wel verrast met zijn vlotte babbel en zijn interessante leven.

up
Door: Paul Meeus en Toon Verdaasdonk
 
Maandag, 16 december 2013
 

Een dubbelinterview met Karin Lokers en Marc Brock: twee bevlogen mensen met verrassende interesses. 

Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_1Op naar de Hoogstraat om nader kennis te maken met Karin en Marc. Het was een herkansing, omdat we de eerste afspraak hadden afgezegd in verband met ziekte. Achteraf niet verkeerd, want inmiddels is de jaarvergadering achter de rug en is Karin de nieuwe voorzitter van WTC de Hellen. Zeker te weten: “een van de weinige vrouwelijke voorzitters in toerfietsland”. Zoals bij alle eerder afgenomen interviews zijn we op pad gegaan met onze standaard vragenlijst, maar we werden volledig verrast door de spontane verhalen van zowel Karin als Marc. Op het moment dat we vroegen of beiden zich wilden voorstellen, hoefden we eigenlijk geen vragen meer te stellen.

Onder het mom van “dames gaan voor, als de heren geweest zijn” beginnen we met een vogelvlucht langs het leven van Marc.

Marc is geboren in Goirle en ook zijn familie woont nog steeds in Goirle. Brock is (denken wij) ook een echte Goolse naam. Voor de echte Goirlenaren: Marc heeft achtereenvolgens de Jozefschool en daarna de Mavo St. Jan bezocht. Aansluitend is Marc verder gegaan op de MTS aan de Stappegoorweg, maar deze heeft hij niet afgemaakt.

Zijn vrije tijd vulde Marc bij de plaatselijke scouting waarvan hij 25 jaar lid is geweest. Toen werd Marc opgeroepen voor de dienstplicht en dat was waar hij gelukkig van werd.

Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_9Na zijn afzwaaien is hij echter gaan werken als timmerman (bij Houtepen), maar daar werd hij zeker niet gelukkig van. Dus volgde een zoektocht naar wat hij nou echt wilde. Marc werkte in de bosbouw (met zijn broer) en in die periode heeft hij zijn groot rijbewijs en chauffeursdiploma behaald. Twee jaar later werd hij vrachtwagenchauffeur bij Horeca groothandel Smulders in Goirle, wat hij tien jaar volgehouden heeft. In de laatste twee jaar als vrachtwagenchauffeur is Mark begonnen aan de opleiding tot buitensportinstructeur aan het CIOS in Goes. Omdat het leger bleef kriebelen, trad hij in 2000 toe tot het Korps Nationale Reserve. Op die manier kwam hij dus toch weer in contact met het leger (en daar bleek toch echt zijn hart te liggen). Van daaruit is Marc (mede i.v.m. de Irak-oorlog) benaderd en heeft hij besloten beroepsmilitair te worden. Na diverse uitzendingen (Irak, Bosnië en Afghanistan) is Marc inmiddels wervingsvoorlichter. In die functie is hij aanwezig op evenementen en beurzen en werkt hij deels vanuit huis (dat hij een wervende voorlichter is kunnen wij ons zeker voorstellen.)

Na deze waterval van Marc hebben we natuurlijk ook aan Karin gevraagd zichzelf voor te stellen: Karin is geboren in Etten-Leur en verhuisd naar Oudenbosch toen ze vier was. Zowel lagere als middelbare school heeft ze doorlopen in Oudenbosch. Vervolgens is ze verder gaan studeren aan de laboratoriumschool in Etten-Leur, maar dat was niet echt een succes. Naast school werkte Karin namelijk in de horeca en dat bleek niet zo’n goede combinatie. Vervolgens heeft Karin gewerkt bij Nedalco in Bergen op Zoom (daar maken ze o.a. alcohol!) en in die periode heeft Karin in de avonduren alsnog haar HLO-diploma behaald (hoger laboratorium onderwijs). Werken, school en horeca ging toen wel samen, dus misschien had de voorgeschiedenis toch met motivatie te maken. Karin is daarna bij Philip Morris gaan werken (van alcohol naar sigaret: hoezo gezond?) als data-analist en van daaruit is ze terecht gekomen in een SAP-omgeving. Vervolgens is onze voorzitter gaan werken bij IFF (geurstoffen) in Tilburg als SAP-specialist en in die hoedanigheid heeft ze heel veel van de wereld gezien. In 1992 is Karin naar Roosendaal verhuisd. Haar overbuurman bleek een fietser en zo is het fietsvirus overgeslagen. Karin is jarenlang lid geweest van toerclub “de Kaaimannen” uit Roosendaal. Een fietsclub waar gezelligheid vaak boven sportiviteit kwam. Dus… ’s morgens ritje rijden en ’s avonds laat thuiskomen in fietskleding, maar wel “onder enige invloed”. Tot zover de “korte” introductie van Karin en Marc.


Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Hier blijkt dan Karin en Marc moderne mensen zijn. Hun eerste ontmoeting was namelijk via Relatieplanet. De eerste fysieke ontmoeting was direct bij Marc thuis, vlak voordat hij naar Afghanistan moest afreizen. Marc had gekookt en Karin proefde dat het goed was. Met andere woorden, er was zeker direct een klik. Ook nadat Marc zijn tijd in Afghanistan had gediend bleek de liefde echt te zijn en Marc vroeg Karin, na verloop van tijd, om naar Goirle te komen.
Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_2Het antwoord was duidelijk: alleen als er een toerfietsclub is! 
Zo is Karin dus bij de Hellen gekomen en inmiddels heeft ze Marc ook besmet met het fietsvirus.
Sport in de media wordt door beiden met regelmaat gevolgd en dan met name de Tour de France, wielrennen en motorracen. Met voetbal hebben beiden in het geheel niets (Karin noemt de club van Pol zelfs “Baarschot”, dus…).

Marc is, naast het fietsen, helemaal gek van motorrijden en probeert in elk geval elk jaar aanwezig te zijn bij de WK Superbikes in Assen. Binnen zo’n relatie is het fietsen uiteraard prima te combineren met de dagelijkse gang van zaken thuis.

 

 

Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_7Als we informeren naar de overige sporten die beiden ooit hebben beoefend, komt er een aardig rijtje langs. Marc somt op: tafeltennis, tennis, ijshockey, hardlopen en taekwondo. Daarnaast is hij beroepshalve altijd in de gelegenheid “even een stormbaantje te doen” en dat doet hij ook. Ook Karin laat zich hier niet onbetuigd: turnen, handbal, badminton (hoog niveau), squash, maar meestal tegen mannen omdat Karin te hard sloeg en dames niet tegen haar wilden spelen (pas dus maar op met die voorzittershamer!!), spinnen en sinds januari 2000 fietsen. Zoals we zien zijn beiden echt van een “frisse geest in een gezond lichaam”.

Hoe denken ze over de club?
Marc is net één vol seizoen lid en kent nog heel veel leden niet. Wat hij wel als heel positief ervaart, is de leuke en vooral volle kalender. Er is werkelijk ieder weekend van alles te doen en op allerlei niveaus. Karin sluit zich daarbij van harte aan. Puntje van kritiek van Karin: aan het einde van de rit waaiert iedereen direct uit. Ze zou graag zien dat we (uiteraard vrijblijvend) na de tocht nog eens een bakje (of iets dergelijks) doen. Ze mist op dit gebied toch enige saamhorigheid. De klassementen vinden beiden wel leuk, maar ze zijn er zelf niet fanatiek mee bezig. Ze hebben wel gemerkt dat het wat drukker is, als er punten te verdienen zijn. Beiden hebben al wel hun bijdrage aan de club geleverd door zich aan te melden als vrijwilliger tijdens de VTT.

Wat het voorzitterschap betreft geeft Karin aan, dat zij zich nog in een oriënterende fase bevindt. Op de vraag hoe zij deze functie denkt te gaan vormgeven, kan dus nog niet veel worden gezegd. Maar ze staat altijd open voor goede ideeën en we zullen zien hoe een en ander gaat lopen. Het is voor Karin ook nog eens een extra mogelijkheid meer mensen te leren kennen, ze komt tenslotte uit Roosendaal en moet hier nog een nieuw sociaal leven opbouwen. Haar vriendinnen wonen te ver om wekelijks fysiek contact mee te hebben.

Dan de vooruitblik.

Hoe zit het over 25 jaar met jullie?
En ook hier niet het standaard antwoord. Marc: niet meer werken, veel op de fiets, de motor en lekker sleutelen in de garage. Karin hoopt nog veel te mogen reizen. Ze heeft nog een lijstje wilde dieren die ze graag zou ontmoeten (in het wild).

Terug naar het fietsen komen we bij vraag 13 (!): de ongelukkenscore. Gelukkig valt het mee. Hoewel, Karin heeft een keer tijdens het mountainbiken met een fietsmaatje door een valpartij het kapsel in de schouder beschadigd en haar middenhandsbeentje gebroken. Dat betekende toch acht weekjes thuis. De score van Marc is nog nul en dat wil hij graag zo houden.

Om de winter op sportief gebied te overleven wordt er gespind en gefietst op de mtb (Karin). Marc bezoekt de sportschool gaat een beetje ‘tacxen’ op zolder en neemt af en toe een hindernisbaantje op het werk.
Wakker maken mogen we de jongelui eigenlijk niet, maar na enig nadenken wil Marc dan wel een rondje op het circuit rijden met zijn motor.
Karin moeten we gewoon laten slapen, tenzij Bruce Springsteen….

Zijn er nog bepaalde zaken waar jullie in geïnteresseerd zijn, zoals muziek, boeken of films?
Dan komt echt naar boven hoe bevlogen deze twee mensen zijn. Marc kan uren verder vertellen over motoren, motorracen etc. In het begin ging hij af en toe op het circuit racen, maar tegenwoordig gaat hij één keer in de maand (zomer seizoen). Hij neemt zijn caravan mee die daar speciaal voor verbouwd is.

Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_3Karin kan daarnaast net zo bevlogen vertellen over haar passie: natuur en reizen.

Ze heeft al heel wat gezien op het gebied van wilde dieren. Ze probeert elk jaar wel één of twee keer een reis te maken, waarbij ze als doel heeft bepaalde dieren in hun natuurlijke habitat te zien en te fotograferen. Het huis hangt dan ook vol met schitterende foto’s van olifanten, gorilla’s, tijgers etc. etc. De eerstvolgende natuurreis gaat naar (niets minder dan) de Galapagos eilanden!! Verder staat ook Madagascar nog op het verlanglijstje. Een verlanglijstje dat trouwens nooit eindigt, maar zich steeds blijft uitbreiden. Daarnaast hebben ze elkaar ook nog gevonden in het lezen. Ze beschikken dan ook over een volle boekenkast met series van bepaalde schrijvers (naam hebben we gemist), schitterende natuurboeken en, niet te vergeten, prachtige fotoboeken.
Tot slot kregen we nog een inkijkje in enkele schitterende albums met foto’s van Marc in Afghanistan en foto’s vanuit de rimboe van Oeganda met onder andere de ontmoeting met een Gorillafamilie (foto’s gemaakt door Karin).
Karin en Marc wilden verder niets meer kwijt, maar wij wel: we hebben twee leden ontmoet die niet alleen zeer gastvrij zijn, maar die zeker een meerwaarde hebben voor de vereniging. Die bovendien gigantisch bevlogen bezig zijn met hun verschillende hobby’s en elkaar daar ook duidelijk de ruimte in geven.
Karin en Marc, hartelijk dank voor jullie bijdrage.

Nog paar leuke jeugdfoto's :

Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_8
 
Uit het zadel met Karin Lokers en Marc Brock_6 
up

 

Door: Piet Robben en Paul Meeus

Pol en Piet hadden zin in een gezellige avond. Daarom besloten we Toon Verdaasdonk te vragen of we hem mochten interviewen. Toon ging akkoord, maar wij hadden aanvullende voorwaarden: gebak bij de koffie en nootjes en chips bij het bier. Enne… een blokje kaas en een plakje worst zouden we ook niet laten staan. Dit alles werd natuurlijk met een lach gezegd, maar Toon liet zich niet kennen. Gevolg: een gezellige avond waarbij we tussen het lachen en de sterke verhalen door inderdaad getrakteerd werden op een verse appelflap, kaas, worst en Belgisch bier met chips. Het is Toon ten voeten uit: we komen voor de sport, maar het lijkt een feestavond. Tip voor de volgende leden die geïnterviewd worden: laat je niet kennen en doe niet onder voor de gastvrijheid van Toon.

verdaasdonk toonStel je eens voor.
Toon Verdaasdonk, geboren in Prinsenbeek in 1956. Ik ben een zoon van de melkboer en was thuis de op één na oudste van het gezin. Ik groeide op samen met een broer en drie zussen. Ik woon al lange tijd in Goirle, een zus van me woont in IJsselstein (Utrecht) en de rest woont nog in de buurt van Prinsenbeek.

Wat voor jongen was je?
Ik was zelf een rustige en bescheiden jongen, al zeg ik het zelf. Ik was voornamelijk buiten te vinden, want we woonden redelijk buitenaf. Op de boerderij van opa en oma speelden we altijd tussen de koeien in de wei. Natuurlijk moest ik mijn vader helpen met het bezorgen van melk bij de klanten. Daarmee begon ik toen ik een jaar of acht was. Voetballen deed ik bij Beek Vooruit en daarnaast deed ik ook nog aan turnen. Daar heb ik die soepelheid aan te danken die ik nu nog bezit.

School?
Op school had ik een moeilijke tijd. De basisschool ging wel goed, maar eenmaal op het Onze Lieve Vrouwe Lyceum, ging het snel minder. Ik haalde voldoendes voor gym, handvaardigheid en godsdienst. De andere vakken vond ik minder belangrijk en daarvoor haalde ik dan ook helemaal geen goede cijfers. Mijn ouders kregen het advies om me naar een andere school te laten gaan. Dat werd de mavo op het Withof in Etten Leur. Na één trimester had ik zulke goede cijfers dat ik een overstap mocht maken naar de havo. Aan het einde van dat schooljaar moest ik echter weer terug naar de mavo. Vervolgens heb ik nòg een keer gewisseld van mavo naar havo en uiteindelijk sloot ik mijn middelbare schooltijd af met een mavodiploma. In die tijd had ik veel moeite met gezag en orders. Ik denk dat dat heeft meegespeeld in die vele wisselingen tussen mavo en havo. Na de mavo ben ik naar Breda gegaan, naar de Medische Analyistenschool. Je raadt het al: ook hier ging het wat minder vlot. Ik heb uiteindelijk na vijf jaar in plaats van na drie jaar toch nog een diploma gehaald.
Hoe ging het na je schooltijd verder?

Na school volgde militaire dienst. Ik begon met vier maanden Amersfoort als vooropleiding. Daarna was ik tien maanden gelegerd in Bergen-Hohne, Duitsland. Die kazerne ligt dicht bij het concentratiekamp waar Anne Frank is gestorven. Dit heeft wel indruk gemaakt op me. Mijn tijd in het leger was een heel mooie tijd. In dienst ontdekte ik al gauw welke kant van de bar de juiste was voor mij: erachter was beter dan ervoor! Na de dienstplicht ben ik gaan werken in Rotterdam. Ik werk daar inmiddels al 34 jaar met veel plezier bij hetzelfde bedrijf.
 
Hoe en waar heb je Carla ontmoet?
Ik heb haar ontmoet in de Ster in Nieuwkuijk. Ze was daar met een groep van haar dansschool en ikzelf was daar met mijn biljartclub. Mijn ontmoeting met Carla was uiteraard liefde op eerste gezicht... Na de tweede afspraak, die al snel volgde op onze eerste ontmoeting, moest ik opgenomen worden in het ziekenhuis voor een hernia. We hebben het nu over 1985. Terwijl de rest van de familie op skivakantie was, kwam Carla vaak op bezoek in het ziekenhuis. Naderhand ben ik door haar ook thuis goed verzorgd. Het klikte goed tussen ons en vrij snel gingen we dan ook trouwen, dat was eind 1987. Waar gingen we wonen? We hebben in Prinsenbeek gekeken, maar dat vond Carla niets. We zijn in Tilburg neergestreken, midden in de stad, maar na de komst van een coffeeshop in de buurt zijn we gaan zoeken naar een ander huis. Dat vonden we in Goirle, zodoende zijn we hier terechtgekomen.

Hoe is je gezinssamenstelling?
We hebben een zoon van 21 en een dochter van 18. Bjorn lijkt op vader qua school, Linda lijkt op moeder qua snelheid.

Wat kun je over je beroep vertellen?
Op dit moment werk ik als coördinator inkoop en logistiek, maar ik ben begonnen als pathologisch analist. Bij mijn bedrijf voeren we onderzoeken uit op gebied van kanker en dergelijke. Toen ik er begon, werkten we met zeven man en op dit moment heb ik ongeveer tachtig collega’s. Ik ben er begonnen in de tijd van klassiek handwerk, inmiddels wordt het werk in grotere mate uitgevoerd met behulp van computergestuurde technieken. Elke dag reis ik met de trein naar Rotterdam. Per enkele reis ben ik één uur en twintig minuten onderweg en dat vind ik niet erg. Lekker rustig in de trein, waar ik inmiddels veel forensen tot mijn kennissenkring mag rekenen. De files rijd ik ontspannen lachend voorbij.

Welke sporten heb je beoefend of beoefen je nog steeds?
Ik heb gevoetbald, geturnd, gebiljart, gebadmintond, gefietst, gevist en gewandeld. Ooit, in een ver verleden, was ik ook supporter van NAC.
Ik voetbalde bij de jeugd van Beek Vooruit. Ik vond het erg leuk, maar het was al snel duidelijk dat ik geen nieuwe Johan Cruijff was. Ik ben toen gestopt, maar op latere leeftijd heb ik toch weer voetbalschoenen aangetrokken en ben gaan spelen in het vierde elftal. Dit deed ik voornamelijk voor de lol en de welbekende derde helft. Met enkele familieleden hadden we destijds ook nog een zaalvoetbalploeg. We speelden in een soort van bedrijvencompetitie.
 
Naast het voetballen biljartte ik in een plaatselijke kroegencompetitie. Het probleem was dat de wedstrijden op maandagavond waren en ik biljartte bewust als laatste van het team. Van die keuze had ik steevast spijt op dinsdagsochtend, want dat laatste pilsje was toch net iets teveel geweest, met als gevolg de hele dag koppijn.

Badminton speelde ik in een zaaltje in Tilburg samen met Carla en twee kennissen, dit alles op recreatief niveau.
Passief voetbal: bij VOAB was ik pupillelleider en trainer en tegenwoordig ben ik daar scheidsrechter bij de meisjes.

Hardlopen heb ik ook nog gedaan, voornamelijk tijdens mijn diensttijd. Ik was toen redelijk goed, zodat ik in het selectieteam van de kazerne zat en vaak mocht meedoen aan wedstrijden.

Vissen heeft ook mijn bijzondere belangstelling. Ik heb jaren bij een zeevisvereniging gezeten in Prinsenbeek. We gingen regelmatig naar Zeeland om de vis uit het water te halen. Dit ging er heel fanatiek aan toe, want we gingen echt voor het vissen en niet voor de drank. Raar, maar wel waar. Vissen doe ik nog steeds, maar nu met enkele kennissen die ik in de trein naar het werk heb leren kennen.
 
Toen ik gestopt ben met roken werd ik in korte tijd een stuk zwaarder. Een kleine twintig kilo zat er binnen no time aan, met als gevolg dat ik moest gaan sporten. De keuze was snel gemaakt na een bezoek aan Rings in Goirle. Ik heb toen een racefiets gekocht en ging eerst wat alleen rijden in de buurt. Toen ik op een zondag een groep wielrenners voorbij zag komen, ben ik aangehaakt en raakte aan de praat met een lid. Het bleken renners van de Hellen te zijn. Ik heb die rit samen met de groep gefietst en ben vrij snel daarna lid geworden van de Hellen. Uiteindelijk ben ik vijftien van de bewuste twintig kilo kwijtgeraakt. Helaas waren er toch wat kilootjes met heimwee… Dat is dus een mooi doel voor dit seizoen. 

Hoe kom je bij WTC de Hellen terecht?
Zoals ik net vertelde, ik heb een keer aangepikt en ben toen letterlijk blijven hangen. Dit was allemaal zo eind jaren ’90, ik ben dus al aardig wat jaren lid van de club. Zelf ben ik niet van ‘hard en snel’, ik houd eerder van uitdaging. Lange afstanden, dat is iets voor mij. Diekirch-Valkenswaard, Scherpenheuvel-Hapert, Elfstedentocht: ik heb ze allemaal al meerdere keren gefietst. Dit jaar staat Mendig-Budel op mijn kalender en uiteraard de tweedaagse. Ik ben er één van het type ‘wel uitrijden, opgeven is geen optie!’
 
 

Uit het zadel met Toon Verdaasdonk_2Wat heb je zoal voor de club betekend?
Ik heb in verschillende commissies gezeten, zowel in de toercommissie als in de evenementencommissie. De nieuwsbrief is één van die dingen die ik bedacht heb. Ook was ik één van de initiatiefnemers van het rijden in groepen. Ik noem me ook de uitvinder van de langzame groep voorop en de snellere groep erachter. Samen met Marcel Konings heb ik de 26-groep opgestart en dit is tot op de dag van vandaag een groot succes. Daar ben ik toch wel trots op.

Wat vind je goed aan de club en wat slecht?
Het sociale aspect staat hoog in het vaandel van onze club, dat is een goede zaak. Het feit dat er veel activiteiten worden georganiseerd vind ik ook erg positief. Wat ik wel jammer vind, is dat we een aantal leden nooit zien.
Herinner je je nog een leuk voorval tijdens een rit?

Tijdens de driedaagse in Duitsland van twee jaar geleden hadden we op de tweede dag een lange en lastige klim. Ik had dat jaar veel getraind en gereden. Ik reed als een van de beteren naar boven en op een gegeven ogenblik ging ik Ad van der Sluys voorbij. Ik hoorde deze beste man nog roepen : “Wat? Komt Toon mij voorbij? Dit gaat niet gebeuren!” En dit gebeurde toen ook niet, want hij heeft me weer ingehaald. Ik heb heel veel respect voor de nestor van onze club.

Een andere leuke gebeurtenis was toen de driedaagse startte vanuit Parijs. We sliepen in een formule 1-hotel en Maaike had de kamerindeling gemaakt. Maarten Scholtze was bij mij op de kamer ingedeeld. Aangezien ik nogal berucht ben om mijn snurken was Maarten daar niet zo blij mee. Maarten had toen stiekem met Henk Strijbosch geruild van slaapplek, maar niets gezegd over mijn snurken. Henk was toen net lid van de club en wist niets van mijn slaapkamergeheim, met als gevolg dat hij de hele nacht niet had geslapen. Alsnog sorry, Henk.

Ken je je oude fietsen nog?

Mijn eerste racefiets was een gele Giant, die heb ik gekocht bij Rings. Ook mijn huidige fiets is er eentje van Rings: de blauwe waar ik nu al ruim negen jaar op fiets. Ik heb ook nog een mountainbike, een Specialized, van…

Heb je wel eens een ongelukje gehad tijdens het fietsen?
Tijdens de Leyetocht ben ik onderweg eens gevallen. Net achter Gilze, richting Bavel, was er een overgang van beton naar asfalt. Toen we daar reden, zat ik met een hand in mijn achterzak en toen gebeurde het onvermijdelijke: een val. Met als gevolg een gekneusde hand en wat schaafwonden.

Een ander pechgeval heb ik in Duitsland gehad. Ergens nabij de Moezel kreeg ik een klim voor de kiezen. Toen ik bijna boven was, wilde ik tegen een paaltje leunen. Maar tot mijn verbazing was dit paaltje van kunststof en kon mij niet houden. Een dikke knie en wederom een paar schaafwonden waren het pijnlijke gevolg. Ik heb toen gelijk de tocht afgebroken, want de lol was er vanaf.

Herinner je je een (grote) blunder?
Ooit was ik met een tocht in Limburg chauffeur. Wil Swaans had al enkele keren een lekke band gehad en we besloten om bij een lokale fietsenmaker zijn fiets te laten nakijken. We waren iets van de route afgeweken, maar gelukkig had ik een gps-apparaat bij me. Daardoor had ik al snel weer de route gevonden, maar ik had niet in de gaten dat ik de route toen achterstevoren aan het rijden was. Wil en ik hebben de groep pas terug gevonden toen ze al driekwart van de route hadden afgelegd.

Wat zijn je sterke en zwakke punten in de sport?
Mijn sterke punten zijn nooit opgeven of afstappen. Ik ben ook altijd bereid om nieuwe leden op sleeptouw te nemen. Als ik iets organiseer, gaat dat altijd in combinatie met plezier. Het bourgondische leven breekt mij wel eens op, met name als er geklommen moet worden. Alhoewel ik graag klim, is die levensstijl in dit licht bezien wel een zwak punt van me.
Wat zijn je sterke en zwakke buiten de sport?
Jammer genoeg moet ik zeggen dat ik soms een heel klein tikje eigenwijs ben. Gelukkig wordt dit minpunt ruimschoots gecompenseerd door mijn sociale instelling. En het bourgondische leven zie ik buiten de sport toch zeker als een sterk punt.
 
Uit het zadel met Toon Verdaasdonk_1Het hellen- en hemelrijderklassement?
Ik vind dat het hellenrijdersklassement een klassement is voor de vereniging. Daarom vind ik het jammer dat je niet bij alle activiteiten punten kunt verdienen zoals vroeger. Het is nu duidelijk geëvolueerd tot een fietsklassement. Het leuke van het hellenrijdersklassement is wel dat er vaak concurrentie is gedurende het jaar en dat er soms flink wordt gestreden om de prijzen. Dat gaat gelukkig nooit ten koste van het plezier. Het hemelrijdersklassement is dit jaar leuker geworden omdat er ook aan de 26-groep wordt gedacht.

Hoe ziet jouw winteroverbrugging er uit?
Met de club ga ik elke dinsdag fanatiek spinnen. Ik probeer zoveel mogelijk aanwezig te zijn. Naast het spinnen wandel ik veel en af en toe een pak ik de mountainbike voor een tochtje. Helaas is het er dit seizoen nog nauwelijks van gekomen.

Sport en privé?
Dat is bij ons nooit een probleem, het gaat altijd in goed overleg met Carla. Want als ik ga fietsen, gaat Carla wandelen. Goed geregeld, toch?

Hoe zie je jezelf als je 75 bent?
Dan hoop ik met pensioen te zijn en een stuk of drie kleinkinderen te hebben. Hopelijk kan ik dan nog fietsen zoals Ad van der Sluys dat nu doet: genietend van het leven, gezond en wel.

Volg je sport in de media?
Ja, zeker wel. Vooral schaatsen, wielrennen en voetbal hebben mijn aandacht, zowel op tv als op de radio. Uiteraard lees ik ’s maandags het sportkatern van de krant als ik in de trein zit op weg naar mijn werk.

Film, muziek enz.?
Ik ga wel graag naar de bioscoop en naar het theater, maar door tijdgebrek komt dit er nauwelijks van. Ik ben zelf een ouwe rocker, dus Tina Turner, Golden Earring, Joe Cocker en dergelijke horen tot mijn muziekkeuze.

Waar kunnen ze je midden in de nacht voor wakker maken?
Nergens voor. Laat mij maar lekker slapen en snurken!

Wat is je heimelijk genoegen?
Dat kan ik nu niet zeggen, want Piet Kuijten leest dit ook (Toon lacht nu onbedaarlijk, red.).

Wat wil je nog kwijt, zijn we nog iets vergeten?
Nee niks, ik vond het zeer gezellig.

Die gezelligheid was wederzijds. De moraal van dit verhaal: als Toon net zo goed zou fietsen als dat hij verhalen vertelt, had de 26-groep een lid minder.

up

 

Door: Gerrit van Heeswijk en Toon Verdaasdonk

leijten cees
 
Als de eerste ritten van seizoen 2012 weer verreden zijn en de winter bijna is vergeten, trekken we richting Reeshof om daar Cees Leijten aan de tand te voelen. De ontvangst is zeer hartelijk te noemen want met een appelflap in je maag lukt een interview wel erg goed.
Cees had zich terdege voorbereid op het interview en had alvast enkele belangrijk gegevens op zijn computer genoteerd. Helaas crashte deze enkele dagen geleden dus moest alles weer uit het hoofd geschieden. Dat lukte zonder noemenswaardige problemen. 
 
 

De jonge jaren van Cees:
Ik ben geboren op 15 februari 1944 in de wijk Hasselt in Tilburg. Het gezin waar ik uit kom bestond uit 2 jongens en 4 meisjes, ik was niet de oudste en ook niet de jongste. Ons huis bestaat niet meer maar er is een merkwaardig pand voor in de plaats gekomen, namelijk het draaiende huis op de Hasseltrotonde. Het toeval wil dat ons huis precies op die plaats stond. In mijn jeugd heb ik de oude bocht van de ringbaan noord naar west nog gezien maar toen men die rotonde aan ging leggen (i.v.m. de richting Dongen en de richting Loon op Zand), moest ons huis verdwijnen en verhuisden we naar een nieuwe woning. Mijn jeugd mag je gerust een rustige noemen want ik was een van die jongens die gewoon deden wat er gedaan moest worden en op school ook nooit strafwerk meekreeg. Ik kon redelijk meekomen maar toen het op een schoolkeuze aankwam liet mijn vader me niet naar de textielschool gaan maar naar de ambachtschool.

Uit het zadel met Cees Leijten_3Hij werkte in zijn eigen autospuiterij en hij zag meer toekomst in die richting dan in de textiel. In die spuiterij heb ik ook altijd veel moeten meewerken (schuren en poetsen) en ook bij de hobby van mijn vader was ik de helpende hand: hij hield duiven en het schoonmaken van de hokken, het inmanden en zelfs het slachten werd regelmatig aan mij uitbesteed. Die autospuiterij heeft hij op een gegeven moment van de hand gedaan want hij kon meer gaan verdienen bij het autobedrijf van Mallens in de Koningswei (Pr. Sophiastraat) en daar kon ik later ook terecht. Na het onderwijs op de LTS en ook avondschool heb ik alle papieren gehaald om zelfs een eigen bedrijf te kunnen beginnen in de autobranche. In de schadeherstelwereld ben ik bijna altijd blijven zitten totdat ik in dienst moest.

In die tijd had ik allang kennis gemaakt met het fietsen want met mijn vrienden fietsen we in de vakantie naar Duitsland om daar in de buurt van Koningswinter vakantie te houden: op een gewone fiets met onze bagage en tenten achterop: dat deden we twee jaar achter elkaar.
Om op de dienst terug te komen: omdat ik ervaring had met de autowereld ben ik daar chauffeur-monteur geworden op de luchtmachtbasis Gilze-Rijen met als standplaats Prinsenbos (momenteel asielzoekerscentrum).

Wanneer kwam je vrouw in beeld?
Nou kijk, tussendoor hadden we natuurlijk ook nog ons eigen leventje en tijdens een dansavond bij dansschool van Gils aan de Pelgrimsweg ontmoette ik Ans Graafmans: we dansten en dansten en nu zijn we nog steeds bij elkaar. Dat dansen deden we op diverse plekken en ik herinner me nog de genoemde van Gils, maar ook de diverse militaire tehuizen zoals een aan de Capucijnenstraat, het Wit Paardje in Tilburg noord en diverse cafés en dancings in België waar die mooie DeCap dansorgels stonden. Met de hele familie trokken we daarheen, alles werd door mijn schoonmoeder geregeld. In 1966 zijn we getrouwd en we gingen inwonen bij de oma van Ans in de Nachtegaalstraat. Na 2 jaar vonden we een eigen woning in de Sparrenstraat en daarna trokken we vanwege mijn werk bij defensie naar Rijen waar we 17 jaar in de de Wittstraat woonden. We hebben een zoon en die is thuis blijven wonen: wij zijn het huis uitgegaan!
 
Hoezo jullie het huis uit?
Toen we terug kwamen van Rijen hebben we een tijdje in de Dirckslandstraat gewoond. Omdat mijn zoon dat huis heeft gekocht zijn wij verhuisd naar de Schoolstraat. Nu wonen we inmiddels alweer 4 jaar in de Olststraat. Dus wij zijn het huis uitgegaan.

Uit het zadel met Cees Leijten_2En na de dienst Cees?
Na de dienst ben ik bij Kroontax begonnen waar ik als monteur werkte en dat heb ik 5 jaar volgehouden. Ik heb een keer een klant gereden maar omdat die zatlap niet eens wist waar hij woonde heb ik hem de auto uitgezet hield ik het na die eerste keer voor gezien. Wel heb ik diverse trouwpartijen gereden in de oude T-Ford van mijn baas die ik zelf mee gerestaureerd had. Toen ik loonsverhoging vroeg omdat mijn gezin natuurlijk wel genoeg te eten moest hebben, is aan het werken daar een eind gekomen: het ging niet. Via een chauffeur die daar werkte ben ik weer bij defensie terechtgekomen. Daar ben ik terecht gekomen bij de rijopleidingen en dat heb ik tot het einde gedaan. Onze afdeling was echt onze eigen toko: we konden alles zelf regelen want we waren eigen baas binnen het geheel. Zo was het voor ons heel gemakkelijk om deel te nemen aan militaire fietstochten bij de diverse bases: we namen een vrachtauto van het werk voor het fietsvervoer en enkele combi’s voor de deelnemers en zo gingen we met een klein ploegje de diverse tochten af, bijvoorbeeld bij Woensdrecht, Soest, Den Helder en waar maar iets te rijden was. Steeds afstanden van ca 150 tot 200 km.
 

Hoe lang heb je dat werk gedaan?
Nou ik zat 27 jaar in Gilze-Rijen en toen besloot men tot een reorganisatie: dat betekende dat ik (toen zou ik nog ca 4 jaar moeten werken) naar Woensdrecht moest voor het werk en dat heb ik daar 4 jaar met mijn collega gedaan. Toen ik moest stoppen omdat ik 55 werd, werd die afdeling gesloten en ging hij voor het werk naar Oirschot waar al die opleidingen gecentraliseerd werden.
Toen ik dus thuis was ben ik voor mezelf begonnen met een rijschool, ik had tenslotte alle papieren daarvoor en dat doe ik nu nog. Ik moet zeggen in het klein want ik heb maar 10 tot 15 leerlingen tegelijk in mijn bestand staan.

Dan zijn we bij het nu Cees, wat heb je voor sport gedaan in je leven?
Ik heb ik het verleden veel gebadmintond en gefietst. Ook de vierdaagse van Nijmegen en Apeldoorn heb ik in diensttijd gelopen na voldoende training uiteraard.

Hoe ben je bij onze club gekomen?
Dat is eigenlijk op en feestje gebeurd. Ik was daar en sprak er met Peter Hamilton. Hij had het over fietsen en ik zei “Dat kan ik ook!”. Daaruit volgde fietsen met Karel Hamilton, de broer van Peter en vader van Michael en met z’n vieren fietsen we onze rondjes. Ongeveer tegelijk met Michael ben ik toen ook lid geworden van De Hellen.

Uit het zadel met Cees Leijten_5Heb je al eens iets voor de club gedaan?
Als ik eerlijk ben eigenlijk niet maar ik heb wel eens een route van de tweedaagse mee voorgereden (Maastricht) en ik heb van mijn eerste tweedaagse naar Apeldoorn een stukje voor het mededelingenblad geschreven.

Wat vind je van de klassementen, is zoiets iets voor jou?
Ik vind het wel een meerwaarde hebben, maar kan me er momenteel niet op toeleggen omdat ik nog zeer vaak met Karel Hamilton fiets en die wil ik niet in de steek laten en omdat ik een evenwicht wil hebben in het fietsen en het leven met mijn vrouw.

Hoe staat het met jouw ongelukkenscore?
Die staat gelukkig nog op nul maar ik heb er wel diverse van zeer nabij meegemaakt, o.a. met Peter Hamilton tijdens onze poging om naar Santiago de Compostela te rijden en tijdens een tochtje op de Slingerdreef waar door een onachtzaamheid de fietser naast mij (Karel) tegen de grond ging en twee man over zich heen kreeg. Hij mocht toen naar het ziekenhuis.

Hoe denk je over de club, zowel positief als negatief?
Nou, eigenlijk alleen maar positief: het is allemaal goed georganiseerd, iedereen staat voor elkaar klaar en ook die woensdagtochtjes met koffie vind ik erg leuk. Er valt dus niks negatiefs te vermelden.

Wat doe je om de winter te overleven op sportief gebied?
Doorfietsen totdat m’n tenen eraf vriezen. Ik heb nogal eens last van wintertenen en ik kan je zeggen dat d at pijn kan doen. Als het te koud wordt wil ik nog wel zo’n drie keer per week in de sportschool zitten om daar op een hometrainer te fietsen. Geen spinnen want dat is meestal ’s avonds.

Is bij jou/jullie het fietsen te combineren met het privéleven?
Kijk als je na 46 jaar nog steeds bij elkaar bent, mag je zeggen dat dat wel lukt! Daar moet je dan wel wat voor doen want in het begin van de tochtjes met Karel kwam ik op zondag vaak thuis op een veel later tijdstip dan mijn vrouw verwachtte en dan ook nog met een leuk borreltje in mijn maag.

Uit het zadel met Cees Leijten_1Hoe zie jij jezelf over 25 jaar?
Nou dan ben ik onderhand 93 en dan hoop ik nog steeds te fietsen maar ik zal dan wel stevig aan snelheid ingeboet hebben. Zolang ik maar niet stil hoef te zitten.

Volg je de sport in de media een beetje?
Da’s echt een beetje: ik volg wel wat via de tv bijvoorbeeld het wielrennen en het schaatsen en heel soms het voetbal maar ik treur niet als ik iets niet gezien heb.De krant hou ik wel bij maar niet zo dat de rijschool en de ander er onder lijdt.

Waar kunnen we jou midden in de nacht voor wakker maken?
Eigenlijk nergens voor, maar als mijn buurman zelfs op die tijd hulp nodig zou hebben (hij heeft een hersenbloeding gehad) dan krijgt hij die op dat moment.

Zijn er nog bepaalde zaken waar je in geïnteresseerd bent zoals muziek of boeken of films?
Ik ben geen echte lezer, hooguit vakliteratuur als ik die in handen krijg. Mijn muzieksmaak is breed te noemen, ik hou van alles wat maar niks speciaals; wel de oude muziek uit onze dansjaren of countrymuziek, dat vind ik wel leuk. Het is bij mij vaak achtergrondmuziek en die zet ik wel steeds aan.

Hiermee is aan ons gesprek met Cees een einde gekomen. Voor Toon was het de eerste keer om dit te doen en het smaakte naar meer. Wat een appelflap al niet kan doen.

up
Door: Gerrit van Heeswijk en Bas van Riel
 
December 2008
 

Uit het zadel met Ton en Ron van Gorp_1Kun jezelf even voorstellen?Uit het zadel met Ton en Ron van Gorp_2
Ton begint: Nou, ... ik ben dus Ton van Gorp. Geboren in Tilburg op 15 juni 1951 als 6e oudste in een gezin van 8 kinderen.
Na de lagere school in ’t Goirke, waar ik een rustig iemand was, ging ik naar de ambachtsschool en vervolgens deed ik de GAWALO opleiding en installatietechnicus.
Als 6e oudste hoefde ik natuurlijk niet in dienst. Mijn vader fietste vroeger nog bij Pijnenburg en heeft zelfs nog op de wielerbaan van de TWEM gefietst in Goirle (waar nu restaurant de Boschkens gevestigd is). Zijn eerste wedstrijd was naar Breda en terug met een fiets waarvan je het achterwiel moest omdraaien om een andere versnelling te krijgen (2-speed).
Hij had dus een voorbeeldfunctie voor mij. Pa reed zijn broers en zoons eraf tot hun 18de. Zo heb ik de sport dus opgepakt met fietsen en later (na het overlijden van mijn pa op mijn 17e) begon ik echt en nam ook badminton erbij, plus hardlopen op z’n tijd. Het badminton ging zo goed dat ik bij de oprichting van de badmintonafdeling van Red Star betrokken was en daar ruim 20 jaar voorzitter van ben geweest en tevens 6 jaar barexploitant.
In Goirle kwam ik Henny tegen en ben na ons trouwen hier gebleven. Wij woonden in een van die wevershuisjes op de plek waar nu het kantoor van Appels makelaardij staat. Ja, en toen kwamen Ivo en Ron.

Ron neemt het stokje over en vertelt:
Ik ben geboren in Goirle op 12 september 1982 op de verjaardag van mijn moeder, ging 2 jaar naar de Hellenschool en daarna naar ’t Schrijverke. Na de basisschool ging ik naar Scholengemeenschap Willem II waar ik de MAVO volgde. Na het examen ging ik naar Boxtel (MAS) voor milieutoezicht en naar de MAS in Breda voor de hoveniersopleiding en werk nu bij de gemeente Tilburg waar ik via een stageplaats binnen gekomen ben.
Ik ben nu toezichthouder openbare ruimte bij het ingenieursbureau van de gemeente (dit betreft het aanleggen van projecten als parken, bermen en sportterreinen.

Wat is er leuk aan je werk?
Ton: Nou, ik ben eerst bij Jorritsma in het hoveniersbedrijf gaan werken maar werk nu dus bij de gemeente Tilburg. Het leuke is het realiseren en tot een goed einde brengen van deze projecten bij de specialisatie groen waar echter ook steeds meer grijs (= bestratingen) bij komt. Enkele voorbeelden van onze projecten zijn de nieuwe velden van Gudok, Ons Vios en ’t Zand. Het sportbedrijf was hier de opdrachtgever en wij werden ingehuurd voor de realisatie het uitbesteden van het werk en bij de uitvoering kom ik dan om de hoek kijken als toezichthouder van het geheel.

Welke ambities heb je nu zoal? Hoe zie je jezelf over bijv. 10 jaar?
Ron: Ik hoop nog in dezelfde functie te kunnen werken maar meer geïntegreerd te zijn in het geheel. Nu doe ik een cursus ‘european treeworker’ (Europees boombewerker). Ik wil eerst meer ervaring opdoen en dan zien we wel weer verder.
Ton: Ik werk nu bij van Erve installatietechniek (ventilatie, sanitair, daken en hemelwaterafvoer, riolering en waterleiding, cv, airco en luchttechniek). Ik heb binnen het bedrijf een bestuursfunctie: in het algemeen de zaken behartigen, veel besprekingen met personeel, contacten met klanten, ontwerpen en berekenen van installaties en dus het werk voorbereiden en begeleiden.

Is het leuk te noemen?
Ton: Het leuke van dit werk is om het bedrijf goed draaiende te houden, zeer diverse zaken aan te pakken, de techniek te volgen in zijn ontwikkeling, storingen te kunnen verhelpen. Mensen aansturen hoort daarbij maar is tegelijk wel eens moeilijk. We volgen cursussen op specifiek technisch terrein bijvoorbeeld voor verwarmingsapparatuur. Verder doe ik de inkoop van alle materialen en het beheer van het wagenpark. Ik doe niet de boekhouding, daar hebben we andere mensen voor.

Wat zijn je hobby’s?
Ton: Ik heb vroeger gebadmintond (recreatief), hard gelopen en was toen al actief op de racefiets en doe momenteel dus aan toerfietsen. Met Henny werk ik in de winkel van Willem II waar ik de veiligheid waarborg. Maar vooral verzamelen we miniatuur fietsjes. Er staat in onze woonkamer een vitrinekast met daarin ca 100 mini fietsjes uit allerlei landen en van allerlei vakanties, dus als iemand nog eens iets leuks tegenkomt of heeft…
Ron: Ik heb 10 jaar gevoetbald bij VOAB tot de B-elftallen (Ton was toen begeleider) dus van mijn 6e tot mijn 16e en ben gestopt door zwakke enkels (ik schoot tegen de cornervlag i.p.v. tegen de bal, paaltje bleef staan en ik lag). In de vakanties werden hier in de straat wielerwedstrijdjes gehouden onder de naam “Toer de Fransje”. In die tijd gingen we ook altijd al naar Joost van Hest (neef van Henny) kijken in de Ronde van Goirle. Dat fietsen is blijven hangen en toen we eens bij Henk Baars gingen kijken voor een fiets voor mij kwamen we met een fiets voor Ton terug. Daarna werd ik lid bij Pijnenburg waar ik in 1999 zelfs de krant haalde (Zie Brabants Dagblad van 26-5-1999 over de zomeravondcompetitie wedstrijden). Na enkele wedstrijden ben ik daar gestopt omdat ik een te grote achterstand had vergeleken met de jongens die al jaren fietsten. Via de familie Schoormans kwam ik bij de Hellen terecht en na 9 jaar heb ik weer een licentie om bij Pijnenburg wedstrijden te rijden in de klasse amateurs-A. De drang voor wedstrijden en het competitiegevoel waren altijd al aanwezig dus vandaar mijn terugkeer bij die club. Mijn ouders vinden het rijden van wedstrijden prima, als ik maar uitkijk.

 

Waar ben je goed in?
Ron: Eerst vooral in het klimmen, nu ook meer in het temporijden en in het tegen de wind in rijden. Ik word voor mijn gevoel sterker. Klimmen blijft punt 1 en dan het hardrijden. Het laatste is meer gegroeid gedurende de laatste jaren.

Wat vinden jullie van het klassement en van de club?

Ron: Ik heb vorig jaar een beetje meegedaan maar alleen wanneer ik zin had en ik werd nog 5de. Het idee is leuk om wat competitie te krijgen. Bij de club vind ik het goed dat het een sociale club is. We zien ook al meer nieuwe gezichten dan het oude clubje uit de tijd toen ik begon. Ton: Ik heb dezelfde gedachte als Ron met de kanttekening dat je wel verplicht wordt om alles te rijden als je wilt winnen. Wat de club betreft vind ik dat het wel goed draait. De trainingsritten zitten wel erg in het begin van het seizoen. Je zou ze verder in het seizoen moeten zetten zodat je klaar bent als de eerste rit er is, of je moet ze geen trainingsrit noemen.

Als jullie fietsen, let je dan op elkaar?
Ron: Ton let wel op mij want met de tweedaagse, toen we terugkwamen van Namen, kwam hij na Scherpenheuvel opeens naar voren om mij enkele druivensuikersnoepjes aan te bieden. Ik let niet op hem want dan moet ik teveel achterom kijken, haha. Je kijkt misschien wel op een andere manier naar elkaar dan naar andere leden, je familieband is sterker, bijv. bij valpartijen wil je toch wel even weten of de ander niets heeft. Er is echter geen rivaliteit tussen ons.

Hoe kom je de winter door?
Ton: Ik hou een winterslaap. Ik heb dit jaar wel ATB-schoenen gekocht en hoop nog eens in het bos te gaan fietsen maar door privé-zaken is het daar nog nooit van gekomen.
Ron: Ik ga spinnen en fietsen in het bos, doe aan krachttraining met mijn broer Ivo. Zaterdags fietsen we met Henk Baars vanuit Diessen in het bos omdat Guus en Diana van den Hout daar ook al fietsten. Het les krijgen in facetten van die sport vind ik leuk.

Is fietsen te combineren met thuis?

Ron: Erg gemakkelijk omdat ik thuis woon en vrijgezel(lig) ben.
Ton: Ik heb veel geluk gehad met Henny die er bij elke tocht altijd uit gaat om het ontbijt klaar te maken. Ook in de vakanties kan ik gaan fietsen, want dan neemt zij een leuk boek mee. Ron heeft het in het weekend drukker dan door de week dus dat spreekt vanzelf.

Wat zijn je sterke of zwakke kanten?
Ton: Goed afsprinten op de Rielse Dijk of op de Col d’n Biest (het viaduct op de Westerwijksestraat). Verder ben ik gewoon en gemiddelde rijder. Zwakke kanten zeg je niet gemakkelijk van jezelf en je sterke eigenlijk ook niet, dat moeten anderen maar doen of ervaren.
Ron: Mijn gevoel voor humor en mijn trouw (het nakomen van afspraken). Ook zal ik iemand niet gauw belazeren. Vanuit de kamer klinkt dan de stem van Henny: Je zult met die twee niet gauw ruzie krijgen.

Hoe zie je jezelf over 25 jaar?
Ton: Rentenieren in een huisje in Frankrijk, maar ik ben bang dat ik Henny niet wegkrijg uit Goirle. Dus hopen we maar op het gezond blijven en genieten van ’t leven.
Ron: Getrouwd met kinderen op wie Ton en Henny dan kunnen passen. Sportief hoop ik dan nog mee te kunnen met de jongere leden van dat moment. Of ook mijn kinderen gaan fietsen moet ik nog maar zien. (Zijn opa en vader fietsen dus zou dat de vierde fietsgeneratie in de familie worden).

Volg je sport in de media?
Ton: Het fietsen wel, dat vind ik wel leuk om te doen (Ik mocht op uitnodiging mee in een volgwagen van de Rabo-bank tijdens het NK in Limburg en dat was wel heel fijn om mee te maken). Ervoor thuis blijven doe ik echter niet.
Ron: Ik volg het veldrijden in de winter en probeer dat ook wel eens te bezoeken. Met een seizoenkaart volg ik Willem II, maar mijn moeder is daarin het fanatiekst. Op de TV volg ik het voetbal.

Waar kun je je ’s nachts voor wakker maken?
Ton: Nergens voor, je moet me laten slapen.
Ron: Rijst met pilaf, zoals Henny dat klaar maakt op zaterdag.

Wat is jouw heimelijk genoegen?
Ron: Het winnen van de ronde van Goirle. Joost van Hest was mijn grote voorbeeld. Als de amateurs-a meedoen wil ik hem ook rijden.
Ton: Voor we wegfietsen (met z’n drieën) bij mijn zoons de achterband stiekem wat leeg laten lopen zodat ik ze beter bij kan houden, of ze voor kan blijven.

Train je nog ergens voor?
Ron: Voor de piek van het seizoen: Waar die ligt laat ik in het midden.

Bezoek je theaters, bioscopen, lees je veel?
Beiden: We houden allebei van cabaret en ik (Ron) lees de Wielerrevue en de Fiets en ik (Ton) lees graag over fietsers en de wielersport, maar boekenlezers zijn we niet. (Ron laat nog even het standaardwerk zien over Michael Boogerd en Erik Dekker dat hij heeft)

Wat zou je nog willen zeggen?
Ron: Het lijkt me leuk om met de club iets (zoals een tijdrit) op het baantje van Pijnenburg in Tilburg. Verder is alles wel gezegd.

up

Onze sponsoren

Aangesloten bij